Kwaliteit unitwater vereist extra aandacht:
NT 7 | 2016
waterkwaliteit

De Richtlijn Infectiepreventie in Mondzorgpraktijken is in maart geautoriseerd. Naar verwachting zal de nieuwe richtlijn voor de gemiddelde mondzorgpraktijk niet tot veel veranderingen leiden. Een uitzondering hierop is de kwaliteit van het unitwater, die beter in de gaten zal moeten worden gehouden.

Vier jaar. Zo lang duurde de totstandkoming van de nieuwe Richtlijn Infectiepreventie in Mondzorgpraktijken. In 2012 ging een werkgroep aan de slag om de bestaande richtlijn uit 2007 – die bekend staat als de WIP-richtlijn – tegen het licht te houden en aan nieuwe inzichten aan te passen. Iets dat elke vijf jaar dient te gebeuren.
Dat het ditmaal vier jaar kostte om tot de herziene versie te komen, heeft verschillende redenen. Volgens KNMT-voorzitter Hendrike van Drie is het herzien van een richtlijn sowieso een zorgvuldig proces dat veel tijd kost. Teun Rietmeijer, voorzitter van de werkgroep die zich over de richtlijn boog, spreekt van een ‘majeure klus’ omdat de hele richtlijn volgens een vaste methodologische procedure moest worden doorgespit. Toen het concept klaar was mocht het veld hierop reageren, wat volgens Rietmeijer en masse gebeurde. Er kwamen zo’n vijfhonderd reacties binnen die allemaal behandeld moesten worden en in de eindtekst verwerkt.

Eigen procedure
Daarna werd de uiteindelijke richtlijn ter autorisatie voorgelegd aan de betrokken organisaties. Daaronder de beroepsorganisaties in de mondzorg, enkele wetenschappelijke verenigingen en de door de overheid ingestelde Stichting Werkgroep Infectie Preventie (WIP). Dat kostte de nodige tijd omdat elke partij daarvoor een eigen procedure volgt. Uiteindelijk was het wachten op autorisatie door de KNMT. Die ging tot autorisatie en invoering over toen verschillende tools gereed waren waarmee de gebruikers de voorschriften uit de richtlijn in hun praktijk zouden kunnen implementeren.
Met 124 pagina’s tekst is de nieuwe richtlijn een stuk omvangrijker dan de oude uit 2007. Die telt slechts 21 pagina’s. Je zou denken dat er veel voorschriften zijn bijgekomen, zegt Rietmeijer. Maar dat is niet echt het geval. De oude richtlijn leidde soms tot discussie over wat er werd bedoeld, daarom is in de herziene versie alles veel gedetailleerder beschreven. Nu zou voor iedereen helder moeten zijn wat er met een bepaalde regel precies wordt bedoeld, verwacht de werkgroepvoorzitter.

Lichte kleding
In de kersverse richtlijn staat een aantal grotere en kleinere wijzigingen. Volgens Rietmeijer is het verbod op recappen een van de belangrijkste. Dat geldt ook voor de regel om het water in de behandelunit twee keer per jaar te laten controleren. Op het gebied van de persoonlijke hygiëne zijn er bepalingen voor werkkleding bijgekomen. Zo schrijft de richtlijn nu lichte kleding voor, waarop vuil beter zichtbaar is. Verder maakt de richtlijn een onderscheid tussen het ontsmetten van de handen bij chirurgische en bij niet-chirurgische ingrepen. Daarnaast zijn er nog enkele kleine wijzigingen op het gebied van reiniging, desinfectie en sterilisatie van instrumentarium, apparatuur, oppervlakten en ruimten in de praktijk. Wat opvalt, is dat in de nieuwe richtlijn uitgebreid wordt ingegaan op de betekenis voor personeel en praktijkvoering van infectieziekten als hepatitis B, hiv, tuberculose en MRSA. Er wordt onder meer genoemd dat een praktijkeigenaar zijn medewerkers hepatitis B-vaccinaties moet aanbieden. Hygiënedeskundige Rogier Becker – werkzaam bij Kalsbeek en Roozeboom Consulting – kent de nieuwe richtlijn al van voor tot achter. Hij heeft er inmiddels ook al diverse trainingen over gegeven. Becker vindt het een groot voordeel dat er in de nieuwe versie veel meer wordt uitgelegd en dat deze als naslagwerk kan worden gebruikt. Zo staat uitgebreid beschreven welke middelen – naast alcohol en zeep - kunnen worden gebruikt om oppervlakten in de praktijk te reinigen en te desinfecteren, met de voor- en nadelen erbij.

Strenger
Wat volgens Becker grote impact kan hebben op het veld zijn de nieuwe bepalingen over het unitwater. Deze zijn ten opzichte van de richtlijn uit 2007 strenger geworden. Er staat nu voor het eerst beschreven dat water in de unit na lange tijd van stilstand – een lang weekend of een vakantie – eerst moet worden gedesinfecteerd voordat de unit weer wordt gebruikt. Ook moet de kwaliteit van het unitwater minimaal twee keer per jaar gecontroleerd worden. Bevat het water minder dan honderd kve/ml (kolonievormende eenheden per milliliter) dan hoeft het pas een half jaar later opnieuw te worden gecontroleerd. Is er sprake van meer dan honderd kve/ml dan moeten er beheersmaatregelen worden getroffen om dit te verbeteren. Becker verwacht dat deze normen niet zomaar gehaald gaan worden en dat het nog een aantal jaren duurt voordat de waterkwaliteit goed op orde is. Rietmeijer is het daar niet mee eens. Volgens hem blijkt uit onderzoek van Extercate en Crielaard uit 2012 dat 36 procent van de praktijken de waterkwaliteit op orde had. Fabrikanten en leveranciers zullen ondertussen met allerlei oplossingen komen voor het veld, verwacht Becker. Ook Vera Laupman van EuroDS, die mondzorgpraktijken adviseert over infectiepreventie, verwacht met name dat het testen van unitwater een behoorlijke verandering voor de praktijk gaat betekenen ten opzicht van de oude richtlijn.

Unitwater
Ook bij de dental depots Henry Schein en Dental Union heeft men zich al uitgebreid verdiept in de nieuwe Richtlijn Infectiepreventie in Mondzorgpraktijken. Dental Union verwacht dat de herziene richtlijn zeker zal leiden tot veranderingen in het mondzorgveld. Zo zal deze er voor zorgen dat praktijken nog meer geprotocolleerd gaan werken en zal er meer aandacht komen voor de kwaliteit van de gebruikte medische hulpmiddelen en de aantoonbaarheid daarvan. Henry Schein constateert dat de gemiddelde mondzorgpraktijk in de afgelopen jaren al de nodige aanpassingen op het gebied van infectiepreventie heeft gedaan, maar dat praktijken zich als gevolg van de herziene richtlijn op enkele punten nog zullen willen verbeteren.
Bij beide depots komen veel vragen binnen over waterkwaliteitsbeheersing naar aanleiding van het nieuwe hoofdstuk ‘Kwaliteitsbeleid van water uit de behandel-unit’. Men heeft de indruk dat steeds meer praktijken zich voorbereiden op de voorschriften in dit hoofdstuk. Als reactie daarop spelen de dentale indrustrie en dental depots hierop in. Zo lanceerde Dental Union samen met Kalsbeek de Legioball, een membraanfilter om unitwater te filteren. Het onlangs opgerichte DentalWaterTest biedt voor de mondzorgpraktijk de mogelijkheid aan om water te testen. Henry Schein heeft de Alpro Biotest in het assortiment opgenomen, een test waarmee de tandarts het water zelf kan testen. En op Dental Expo, begin maart, kwam Dentalair met de mogelijkheid van een ingebouwde jodiumcartridge in de unit, die ervoor zou moeten zorgen dat het water daarin goed blijft. En zo zullen er meer bedrijven zijn die specifiek producten en diensten op dit terrein aanbieden.

Enorme slag
Volgens Rietmeijer hebben de meeste praktijken anno 2016 de praktijkhygiëne goed op orde. Zeker in vergelijking met 1995 - toen de eerste richtlijn infectiepreventie werd ingevoerd - is in de afgelopen decennia een enorme slag gemaakt. Rietmeijer en Van Drie verwachten dan ook dat de meeste praktijken geen grote investeringen meer hoeven te doen. Wel zal een aantal praktijken eenmalig in nieuwe praktijkkleding moeten investeren. Ook kunnen de maatregelen op het gebied van de waterkwaliteit nog kosten met zich meebrengen. Het testen van water in de behandelunit kost circa honderd euro per unit per jaar, een aanvullende legionellatest kost rond de zestig euro. Als de waterkwaliteit aan de norm voldoet, dan zijn er verder geen kosten voor een praktijk.

Tekst: Karel Gosselink; Foto’s: Shutterstock

Belangrijkste wijzigingen
- Verbod op recappen.
- Lichte werkkleding, waarop vuil te zien is, is vereist.
- Er is verschil in handen ontsmetten tussen chirurgische en niet-chirurgische ingrepen.
- Praktijkeigenaar moet medewerkers hepatitis B-vaccinaties aanbieden.
- Kwaliteit van unitwater moet twee keer per jaar worden getest.
- De nieuwe richtlijn gaat uitgebreid in op infectieziekten als hepatitis B, hiv, tuberculose en MRSA.

De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de richtlijn uit 2007 staan op www.knmt.nl/infectiepreventie. Daar staan ook tools die helpen de voorschriften in de mondzorgpraktijk te implementeren. Dit betreft onder meer een digitale kennistoets, instructiefilmpjes, een IQualprogramma over patiëntveiligheid en infectiepreventie, en een Preventietour voor assistenten. De komende maanden komt de KNMT per module van de Richtlijn Infectiepreventie in Mondzorgpraktijken met extra uitleg.