Vera Laupman screent praktijken op hygiëne:
NT 18, 28 oktober 2011, pagina 22 - 25, reportage
Om privacyredenen zijn de namen van de tandarts en diens medewerker gefingeerd.

“Een beetje kwistig met alcohol is goed.”

Zo’n twee keer per week bezoekt Vera Laupman van EuroDS een tandartspraktijk om de praktijkhygiëne eens goed door te nemen. Enkele weken terug bezocht ze de praktijk van Dick Steenhouwer, waar haar adviezen meer dan welkom waren. Het NT liep een dag mee.

“Ik adviseer je bij het reinigen van instrumenten dikke huishoudhandschoenen te dragen en een mondkapje op te doen. Dan bescherm je jezelf ook tegen besmetting”. Vera Laupman van EuroDS observeert assistent Thea Peterson die in de sterilisatieruimte bezig is het reinigen van het instrumentarium. Tegelijkertijd geeft ze advies. “Heb je wel eens van Moorer gehoord, de goeroe van de microbiologie? Hij heeft ons op de gevaren van micro-organismen en besmetting gewezen.” Peterson kijkt verbaasd. Ze werkt al jaren zo en heeft er nog nooit iets aan overgehouden, zegt ze wat gekscherend. “Toch is het belangrijk dat je jezelf in bescherming neemt”, aldus de hygiëneadviseur.

Onafhankelijk
Laupman werkt bij EuroDS, een klein bedrijf dat zich gespecialiseerd heeft in de inrichting en hygiëne van tandartspraktijken. Ze heeft zich al vroeg gemeld in de praktijk van Steenhouwer. Vandaag loopt ze een dag mee om te kijken hoe de tandarts en diens medewerkers omgaan met praktijkhygiëne. De tandarts heeft haar gevraagd de situatie in zijn praktijk eens te bekijken en hem te adviseren wat beter kan.”
Een paar weken geleden was Laupman voor het eerst in de praktijk om het pand alvast in grote lijnen te bekijken en de sfeer te proeven. Nu is ze terug voor de daadwerkelijke screening. Ze neemt alle ruimtes door, is aanwezig bij behandelingen, observeert het opruimen van de kamer na de behandeling en het gereedmaken van de kamer voor de nieuwe patiënt. Ze let met name op de infectiepreventie en geeft tips en adviezen. Ook neemt ze met de tandarts door welke protocollen hij graag voor zijn praktijk zou willen hebben. Over enkele weken volgt een derde bezoek aan de praktijk. Dan neemt Laupman een map mee met protocollen, adviezen en aanbevelingen, die zijn toegesneden op Steenhouwers praktijk. “Ik geef onafhankelijk van een dental depot adviezen. Wat een tandarts daarmee doet moet hij zelf weten, dat staat los van mij”, licht ze toe.

Vuil pincet
Vanuit de sterilisatieruimte begeeft Laupman zich naar de naastgelegen behandelkamer waar tandarts en assistent zojuist een patiënt hebben ontvangen die voor de tweede keer komt vanwege een wortelkanaalbehandeling. Met volle aandacht bestudeert Laupman – die zelf een lange carrière als tandartsassistent achter de rug heeft – de handelingen rondom de patiënt. Ze maakt driftig aantekeningen. Bij een vorige behandeling was het haar al opgevallen dat de assistent een schoon pincet met schoon materiaal aangeeft aan de tandarts, die het pincet na gebruik weer teruggeeft aan haar. Vervolgens wordt het pincet – dat in de mond is geweest en daardoor vuil is - weer door de assistent gebruikt om een schone paperpoint of wattenrolletje aan te reiken. Laupman legt aan tandarts en assistent uit dat ze beide een eigen pincet moeten gebruiken, waarmee ze de paperpoints aan elkaar overgeven. Hierdoor blijft de pincet van de assistent schoon. Van dichtbij bekijkt de hygiëneadviseur hoe het verloopt als beide met een eigen pincet werken. “Het is net even anders dan ik gewend was”, zegt Peterson, die er evenwel van overtuigd is dat de nieuwe werkwijze beter en schoner is.
Als de patiënt de behandelkamer heeft verlaten, maakt de assistent de slangen en apparatuur schoon met een klein doekje met alcohol. Volgens Laupman doet ze dat goed, maar is het doekje te klein. Ze adviseert om in de behandelkamer een bus alcoholspray te zetten om een grotere tissue te bespuiten. Apparatuur en instrumenten kunnen dan na de behandeling met deze tissue worden afgenomen, waarna ze moeten drogen aan de lucht. Volgens Laupman werkt dat sneller en hoef je de spullen niet meer met de vingers aan te raken. “Een beetje kwistig met alcohol is goed.”

Hele klus
Steenhouwer had er behoefte aan dat een onafhankelijk adviseur eens naar de praktijkhygiëne zou komen kijken. Niet dat hij slapeloze nachten heeft van het idee dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) ook eens zijn praktijk komt bekijken. Hoewel..., in zijn achterhoofd speelt toch dat er weleens een controle kan komen. “Maar controles vind ik goed”, zegt hij, “je kunt wel allerlei regels opstellen, maar ze moeten ook worden gehandhaafd, anders hebben ze weinig zin.” Steenhouwer liep al langer rond met het idee om de sterilisatieruimte anders in te richten en te verbouwen. Om er zeker van te zijn dat dit goed zou gebeuren, besloot hij eerst advies in te winnen. Daarnaast had hij er behoefte aan de gang van zaken in zijn praktijk in protocollen vast te leggen. “Om dit soort zaken helemaal alleen op te stellen, is een hele klus. Het is prettig als je daarbij hulp krijgt van een sparringpartner”, aldus Steenhouwer, die eigenaar is van een praktijk met vier behandelkamers, waar verder nog drie tandartsmedewerkers en vier assistenten werkzaam zijn.

Datumstempel
Een belangrijk advies van Laupman aan de praktijkhouder is de aanschaf van een thermodesinfector en een hand- en hoekstukreiniger. Nu worden alle instrumenten eerst in een ultrasoon bad gelegd, daarna handmatig gereinigd en vervolgens in de autoclaaf gesteriliseerd. Peterson heeft onlangs gehoord dat mondspiegeltjes niet meer in de sterilisator hoeven zodra er een thermodesinfector is. Is dat waar? Laupman legt uit dat het werk in de sterilisatiekamer veel makkelijker wordt door de komst van de thermodesinfector, omdat dan niet alles meer in de sterilisator hoeft. Ook hoeft het instrumentarium dan niet meer handmatig gereinigd te worden, wat veiliger is voor het personeel. Hiervoor moet wel de indeling in de sterilisatiekamer worden gewijzigd, adviseert Laupman. Vuil en schoon moeten duidelijker gescheiden worden. Het is de bedoeling dat er na de verbouwing aparte werkbladen zijn voor schoon en vuil instrumentarium.
Laupman vraagt de assistent of er op de gesealde instrumenten die uit de autoclaaf komen ook een datum wordt gezet. Dit blijkt niet het geval. Dan moet er een datumstempel komen, waardoor duidelijk is wanneer het instrument gesteriliseerd is, luidt haar advies. De tandarts vraagt of er iedere keer een controlestrookje mee moet draaien in de autoclaaf. Dat moet voor dit type sterilisator inderdaad bij elke beurt, zegt Laupman. Daarnaast adviseert ze wekelijks de Bowie & Dicktest uit te voeren, om te kunnen zien of de instrumenten ook van binnen goed worden gesteriliseerd.

Toetsenbord
Na de lunch bespreekt de hygiëneadviseur de protocollen die Steenhouwer graag wil hebben in zijn praktijk. Maar eerst biedt ze hem namens EuroDS een cadeautje aan, waarmee ze de praktijk wil bedanken voor de gastvrije ontvangst en de wijze waarop ze hun bereidheid tonen om zaken te veranderen op het gebied van de hygiëne. Het is een glazen toetsenbord voor de behandelkamer, dat eenvoudig kan worden gereinigd. “Ik ga hem meteen installeren”, zegt de verraste tandarts. Daarna nemen ze samen de standaardprotocollen door die Euro DS aanbiedt en die op maat kunnen worden gemaakt. Het gaat onder meer om protocollen over de thermodesinfector, de sterilisator, de persoonlijke hygiëne en de legionellapreventie. Daarnaast zijn er protocollen over onderwerpen als baliebeheer, klachtenafwikkeling, de spoedgevallendienst en patiëntgegevens. Steenhouwer is zichtbaar er blij mee.
Laupman kijkt met veel plezier en voldoening terug op haar dag in de praktijk. Ze heeft tandarts en medewerkers ervaren als mensen die open staan voor veranderingen en bereid zijn om zaken aan te passen. “Dat is lang niet in alle praktijken het geval.” Ze heeft afgesproken over enkele weken terug te komen nadat de verbouwing heeft plaatsgevonden en de thermodesinfector is geplaatst. Dan kan ze de assistenten nog een keer adviseren over de juiste werkwijze in de sterilisatieruimte. In principe is dat dan het laatste bezoek aan de praktijk. “Maar het kan goed zijn dat ik nog een vierde keer ga om eens te kijken hoe alles loopt. Ik wil gewoon dat het goed is en de mensen in de praktijk er wat aan hebben gehad.”

Karel Gosselink